In samenwerking met de Heemkundevereniging van Schimmert organiseert de Kring Valkenburg en Heuvelland van het LGOG op 21 maart 2024 om 20.00 uur in zaal ’t Weverke aan de Hoofdstraat 77 te Schimmert een lezing in Schimmert de historie van Zuid-Limburgse ondernemingen voor personenvervoer. Spreker is de heer Paul Mennens. De titel van zijn lezing luidt: “Rode zakdoek, bus stopt.”
Ooggetuige
De nu 75-jarige Paul Mennens woonde vroeger op de kruising van het Wolfeinde en de Stationsstraat in Beek. Daar passeerden dagelijks honderden bussen richting Maastricht, Sittard en de Staatsmijn Maurits. Als kleine jongen onthield hij al de kentekens van de verschillende bussen, met name van de EBAD, de Eerste Beeker Autobus Dienst. Met de schooljeugd deed hij het ‘autobusspel’, waarbij het autobusnummer in combinatie met het kenteken moest worden onthouden. Later racete hij tegen de EBAD. Als hij vanuit Beek met zijn Mobylette naar de Pedagogische Academie in Sittard vertrok, was het de bedoeling dat hij eerder aankwam dan de bus. Toen de EBAD werd overgenomen door het VSL, kwamen diverse attributen van de EBAD in het Heemkundemuseum te Beek terecht, zoals dienstregelingen, foto’s en de glas-in-loodramen van het kantoor.
Onderzoek EBAD
Om al zijn kennis en weetjes over de EBAD niet verloren te laten gaan startte hij enkele jaren geleden een onderzoek naar de busonderneming. Al snel bleek dat de EBAD was ontstaan uit een fusie van vijf bestaande busondernemingen uit Beek. En omdat de EBAD ook weer busbedrijven overnam, werd het plaatselijke onderzoekje langzaam maar zeker een onderzoek, dat zich toespitste op de gehele regio. Het aantal busondernemingen groeide vervolgens in rap tempo. In totaal wist hij 250 autobusondernemingen in Zuid-Limburg te lokaliseren. Nergens in ons land waren er zoveel busondernemingen. Waarom? Dat kwam door de mijnindustrie en het toerisme. In de bloeiperiode van steenkoolindustrie reisden dagelijks zo’n 20.000 mijnwerkers per bus naar hun werk. Er waren zelfs mijnwerkers die zelf een bus kochten en zo een centje bijverdienden.
LTM
In 1921 werd de Limburgsche Tramweg-Maatschappij (LTM) opgericht. Er reden trams tussen Sittard en Heerlen en tussen Maastricht en Vaals. De tramwegmaatschappij moest concurreren met het groeiend aantal autobusondernemingen. De LTM verloor het uiteindelijk van de bus, mede omdat de tram niet door dorpen en gehuchten reed. De tram verdween en de groene LTM-bussen verschenen. In het Heuvelland vervoerden tientallen busbedrijven de inwoners naar stad of dorp en natuurlijk naar de steenkoolmijnen in de Oostelijke Mijnstreek en België.
De Valk het bekendst
De Valk was de bekendste autobusonderneming. Het bedrijf was actief op de lijndiensten, maar ook reisden veel toeristen met De Valk naar de Eifel en de Ardennen. Een verhaal van buschauffeur Collard heeft geleid tot de titel van zijn boek: ‘Rode zakdoek, bus stopt’. Bussen reden vroeger over de Rijksweg van Sittard naar Maastricht en terug. Langs deze hoofdweg lagen destijds veel cafés waar mijnwerkers en andere werklui afschakelden. Als ze naar huis wilden, hing de kastelein een rode zakdoek uit het raam. Dan wist de chauffeur dat hij moest stoppen. In het boek is de historie van honderd jaar personenvervoer in Zuid-Limburg beschreven. De trein en tram in het kort en uitgebreid over 250 autobusbedrijven. Tijdens de presentatie gaat Paul Mennens in op het openbaar vervoer in Zuid-Limburg en speciaal op het autobusvervoer in het heuvelland. De bezoekers maken niet alleen kennis met De Valk en de LTM, maar ook met bijvoorbeeld Jaegers&Pauly uit Vaals, Jacobs uit Schimmert, Meisters uit Bocholtz en Bisschoff uit Mechelen.
Veelzijdig
Paul Mennens (1949), studeerde aan de Pedagogische Academie in Sittard. Hij was leraar aan basisscholen in Beek en Sittard. Daarnaast was hij 28 jaar raadslid in Beek, waarvan acht jaar wethouder van o.a. Kunst en Cultuur. Vanaf 1967 bekleedde hij diverse bestuursfuncties op cultuur, kunst, archeologie, sport en historisch terrein. Publicaties van Paul Mennens behandelen onderwerpen uit de regionale historie en archeologie. Zijn artikelen verschenen in het tijdschrift Becha, in de boekenserie ‘Wat Baek ós bud’ en in het Historisch Jaarboek van Zwentibold. De lezing is ook toegankelijk voor niet-leden. Als entree geldt een vrije gave.
Let op: In verband met de te verwachten grote belangstelling is aanmelding voor deze lezing noodzakelijk. Dat doet u door een mail te sturen aan heemkundeschimmert@gmail.com, met uw naam en telefoonnummer. Bij onderwerp a.u.b. ‘lezing’ vermelden.