Het historisch evenement “Remember September 1944”, georganiseerd door de werkgroep Tweede Wereldoorlog van de Heemkundevereniging Nijswiller, vindt na een Corona-blokkade opnieuw plaats op zaterdag 3 en zondag 4 september 2022. De bevrijding van Zuid-Limburg startte op 12 september 1944. Op 8 dagen na dus precies 78 jaar geleden. Het prachtige landschap rondom de vroegere sportvelden van Nijswiller zal weer het decor vormen voor dit schitterende evenement, waarbij de liefhebbers van geschiedenis en militaire nostalgie uit de periode van de Tweede Wereldoorlog tijdens deze 3e editie volop zullen kunnen genieten.
Positieve respons
Er is goed over nagedacht hoe de invulling zou moeten plaatsvinden en om die reden hebben de organisatoren ook overleg gehad met burgemeester Nicole Ramaekers van de gemeente Gulpen-Wittem over het al dan niet laten doorgaan i.v.m. de oorlog in de Oekraïne. De vertegenwoordigers van de gemeente zijn ook positief en zien het evenement als een aanvulling op wat al in de boeken bekend is over onze regio ten tijde van de Tweede Wereldoorlog. Het laten zien van wat er destijds plaatsvond en in de geschiedenisboeken is beschreven, zal veel mensen aanspreken, getuige detwee druk bezochte eerdere edities.
De slachtoffers uit WOII spreken via de her en der opgerichte gedachtenismonumenten slechts met stille stem. Op dinsdagavond 4 mei worden de deelnemers aan de stille tochten voor enkele minuten doodstil. Met tromgeroffel van een schutterij, muziek van een fanfare of harmonie, met soldaten (reservisten) stram in het gelid, en met een lokale dichter die gelegenheidspoëzie declameert wordt voor de deelnemers een serene sfeer gecreëerd. De burgemeester en/of voorzitter van een plaatselijk comité wijden enkele goedgekozen volzinnen aan oorlog, verzet, aan de slachtoffers en de aan de zwaarbevochten nieuwe vrijheid. Daarna klinkt de steeds indrukwekkende The Last Post en is er een minuut doodse stilte. Een bloemenhulde besluit een dergelijke stille ceremonie meestal.
Op de kaft van het boek “D-Day in Zuid-Limburg”, dat het dagblad De Limburger in 1994 onder redactie van Jan Hendriks en Hans Koenen in een heruitgave publiceerde, ligt de eerste gesneuvelde Amerikaan met uitgestrekte rechterarm en met zijn geweer voor zijn helm bij een bosrand naar de lezer dood uitgestrekt. Een indrukwekkende foto, die model stond voor duizenden andere die daarna zouden volgen…
Uit dat rijk met fotomateriaal voorziene boek putten wij hoofdzakelijk de volgende gegevens voor dit Bevrijdingsoverzicht van de dorpen uit ons verspreidingsgebied.
Verwikkelingen
Dinsdag 12 september 1944. Enkele uren nadat een afdeling van de A-compagnie, behorend tot het 117e regiment van de 30e infanterie-divisie ‘Old Hickory’, op dinsdag 12 september 1944, onder commando van kapitein Kent bij Mesch (gemeente Eijsden) in het uiterste zuidwesten van Limburg Limburgse bodem had overschreden, sneuvelde bij grenspaal 35 de eerste Amerikaanse soldaat. Het was infanterist Leonard Hoffman uit Pennsylvania.
Rond half drie werd het kerkdorp Mesch bevrijd en een uur later de Eijsdense wijk Mariadorp met de Zinkwit-fabriek en kolonie. Om zes uur was Moerslag aan de beurt, waar men na de eerste field day ’s nachts bivakkeerde.
Op de linkerflank was een cavalerie-eskadron van Red Horse vanuit Visé naar Eijsden doorgedenderd. Het eerste bataljon van het 119e regiment stootte via ’s Gravenvoeren naar Mheer door. Het 3e bataljon veroverde Warsage en zette koers naar Noorbeek, waar hetde provinciale weg bij Terlinden afsloot. Felle vuurgevechten braken uit. De volgende dag werden Ulvend, Schilberg en Hoogcruts bevrijd. Het verzet richting Terlinden kon gebroken worden, waarna een compagnie van het 119e regiment de weg Mheer-Noorbeek in bezit nam. In de boomgaarden rondom werden tenten opgeslagen. Mheer werd omstreeks half acht ingenomen. En ondanks enig verzet kon ook Banholt (tijdelijk) ingenomen worden.
De situatie: een plm. 3 km diepe en 9 km brede strook tussen Eijsden, Terlinden en de Belgische grens kon worden afgeschermd.
Het 120e had toen al twee dagen eerder het fort Eben Emael veroverd en zich een dag later op 11 september 1944 van Groot en Klein-Ternaaien meester gemaakt. Dat waren de voorbereidende schermutselingen geweest. Het 7e legerkorps drong via Eynatten en Raeren op naar Roetgen, waardoor Aken aan de zuidkant afgegrendeld kon worden.
Woensdag 13 september
Op woensdag 13 september, een stralende dag, zorgden de Amerikaanse liberators voor een waaiervormig terreinverbreding tot aan de Geul. Ze veroverden niet alleen de grote weg Maastricht-Aken, maar slaagden er tevens in nog een deel van de weg Maastricht-Valkenburg-Wijlre-Wittem te blokkeren.
Het detailleerde verslag van bijna uur tot uur in “D-Day in Zuid-Limburg” vemeldt ook de volgende interessante gegevens: Het 1e en 3e bataljon van het 117e regiment stootten met hun tanks via Sint Geertruid en Eckelrade verder door. Cadier en Keer werd om 13.30 uur bereikt, waarna Bemelen, Amby en Limmel volgden. Om half vijf ’s middags rukte het 3e bataljon ongehinderd over het plateau van Margraten door de gehuchten ’t Rooth en Gasthuis, maar bij Wolfshuis werd duidelijker tegenstand ervaren. Om half zeven was men in Terblijt. In Cadier en Keer kwam tot 18 september het hoofdkwartier van het Amerikaanse 117e regiment.
Banholt werd opnieuw ingenomen, bij Termaar moest eerst een taai weerstandsnest worden opgeruimd en daarna kon de B-compagnie Margraten innemen. Het 3e bataljon van het 119e regiment trok met tanks, hier en daar op verzet stuitend, verderop naar Sibbe, Reijmerstok, Ingber en Scheulder. Intussen was het 125e eskadron van de 113e cavalerie-groep bezig het gebied ten zuiden van de weg Maastricht-Vaals in oostelijke richting te zuiveren. Daardoor kwamen ’s morgens Reijmerstok, Slenaken en Heijenrath en ’s middags ook Epen, Bommerig en Mechelen binnen handbereik. Een poging om ook bij Wittem door te stoken, smoorde vooralsnog in dodelijk vijandelijk vuur…
De Duitsers bleken veilig op de hellingen van Wahlwiller ingegraven te liggen en hadden van daaruit over het achterliggende plateau van Eyserheide een troefkaart in handen. De Duitsers behielden het territorium langs de Geul van Bunde tot Gulpen en van daaruit langs de Zinzelbeek naar het Duitse Orsbach, waar zoals bekend de fortificaties van de Westwall (de z.g. Siegfriedlinie) begonnen. Tot zover woensdag 13 september 1944!!!
Op donderdag 14 september verleende generaal-majoor Collins, die met zijn beroemde 1e divisie (de ‘Big Red One’) naar Aken moest doorstoten, assistentie aan het 125e eskadron van de 113e cavalerie-groep bij Mechelen. Dat gebeurde vanuit België via de beboste heuvelrug onder Vijlen. Het meest zuidoostelijke puntje, van Vijlen tot en met het Drielandenpunt, kon zodoende bevrijd worden! In drie richtingen werd intussen naar de weg Gulpen-Vaals-Aken door de Amerikanen opgerukt: een groep viel via Partij aan op Wittem, een tweede op Wahlwiller en een derde trok via Hilleshagen naar Nijswiller op. En ‘Troop C’ bereikte even na 14.00 uur het hoogste punt op de weg van Wittem naar Eys, een uur later nam ‘Troop A’ Partij in. Maar opnieuw bleek er felle tegenstand vanaf de heuvelrug aan de overkant, waardoor Wittem met de twee kerkdorpen eerst op vrijdag 15 september 1944 als bevrij konden worden beschouwd. Collins met zijn 1e infanterie-divisie slaagde er wel in die 14e september de cruciale T-kruising bij Nijswiller en de weg tot en met Lemiers te bezetten!!!
De ‘Big Red One’ drong op zeker moment zelfs tot in Vaals door, maar toch bleef deze plaats gedurende vijf weken een soort niemandsland, een spookstad… Het gemeentebestuur werd noodgedwongen overgeplaatst naar Vijlen. Er bleven zich overigens schermutselingen voordoen tussen Wittem en Nijswiller. De Duitsers boden vanuit een verdedigingslinie langs de Geul van Meerssen tot en met Schin op Geul verzet. Ze hadden zich in de richting van Gulpen op diverse plaatsen achter de spoordijk van het Miljoenenlijntje verschanst. Toch wist de K-compagnie van het 3e bataljon van het 119e regiment tussen Stokhem en Wijlre te penetreren, de Geul over te steken en Wijlre te bevrijden. Maar het Duitse mitrailleurvuur vanaf Fromberg zorgde voor verwarring. In Wijlre zaten nog minstens 150 Duitsers. Enkele vijandelijke stellingen konden worden opgeruimd. Patrouilles naar Strucht en Schin op Geul peuterden via krijgsgevangenen gegevens los. Het 1e bataljon trok via de Daelhemerweg en de Cauberg Valkenburg binnen. De Duitsers bliezen echter de Geulbrug op. Miscommunicatie zorgde voor vertraging. Er dienden versterkingen te worden aangevoerd. De Amerikanen ondervonden in Valkenburg de ergste beschietingen sinds de gevechten in Frankrijk. Valkenburg lag in de vuurlinie en 4200 inwoners leefden in de Gemeentegrot en in de Catacomben als holbewoners. Anderen huisden in de Model-Steenkolenmijn en in de Fluwelen Grot. Niet zonder moeite kon Berg worden bevrijd en ’s middags Geulhem ingenomen. Het wachten was op de sterke ‘Hell on wheels’ die wegens brandstofgebrek tijdelijk in België was blijven steken.
Vrijdag 15 september
De doorbraak in Valkenburg wilde maar niet vlotten, de zuidelijke Geuloever bleef zwaar onder vuur liggen. Intussen was het 120e regiment vanuit het verzamelpunt Moelingen via Mheer, Reijmerstok, Gulpen en Wittem opgemarcheerd naar de rechterflank vóór het nog niet bevrijde kerkdorp Eys. Maar Hell on Wheels drong, geholpen door een pontonbrug bij Maastricht, de Duitsers tussen Maastricht en Meerssen van Amby tot Rothem terug. Alle bruggen op één na bij Meerssen waren opgeblazen. Het Duitse hoofdkwartier lag waar nu recreatiepark Geulhof ligt. Maar de doorbraak voor Valkenburg en Bunde zou eerst op zaterdag 16 september komen… Het 2e bataljon met schietmachines op rupsbanden onder leiding van kolonel J.D. Wynne trok over de weg Maastricht-Valkenburg via de Rasberg naar Berg om vanaf de zuidelijke oever bij Geulhem de Duitsers onder vuur te nemen. Die lagen ingegraven bij Houthem-Sint Gerlach achter de spoorlijn bij de Kluis en Ravensbosch. Eerst in de avonduren kon het 119e regiment de Duitsers uit Valkenburg verdrijven en de laatste weerstand breken. Over de heuvelrug bereikte men Walem.
Het 3e bataljon, dat in Wijlre zat, wachtte op het opruimen van enkele ingegraven tanks alvorens het zich op weg begaf naar Ubachsberg. Tegen de avond bereikten de Amerikanen onder mortierbeschietingen vanuit de heuvels Elkenrade, Colmont en Ubachsberg (om 19.00 uur) en Trintelen.
Het 3e (120e) regiment van de Old Hickory-divisie was al eerder ’s morgens vanuit Reijmerstok met lichte tanks via Gulpen, Wittem en Wahlwiller naar Nijswiller getrokken. Met flankdekking rukte het van daaruit op naar Simpelveld. De achter Wahl- en Nijswiller ingegraven eenheden van de Duitse 49e divisie kwamen onder vuur te liggen en trokken zich kilometers terug. Een deel van dit 120e trok via Wittem ’s middags naar Eys, waar de bevolking een veilig heenkomen in de schuilkelders die door de mijnwerkers waren gegraven, had gezocht. Simpelveld volgde en in de avonduren Baaks-Soureth op een km van de weg naar Kerkrade…
De rechterflank van het 120e rukte via Nijswiller te voet in de schemering naar Baneheide op, waar men kon constateren dat Bocholtzerheide al in handen was van het 125e cavalerie-eskadron. Alleen Schin op Geul, bij Houthem en tussen Ravensbosch en Raar wist zich nog een harde Duitse kern te handhaven.
Zondag 17 september
Tussen Imstenrade en Bocholtz trok het 120e regiment door de velden richting Kerkrade, Eijgelshoven, Nieuwenhagen, Brunssum. Ook Bocholtz werd ’s morgens veroverd, waarna men op weg toog naar Horbach. Het 1e bataljon trok met andere versterking vanuit Simpelveld naar de Locht, Spekholzerheide en Kaalheide. Eerder was er al luchtalarm in Kerkrade, waar de Duitsers zich in het centrum verschanst hadden. Kerkrade werd in september 1944 bevrijd door de 30e Old Hickory Divisie; om precies te zijn door de mannen van het 120e Infanterie Regiment. (de mannen en vrouwen die o.a. ook door Nijswiller trokken). Vanaf zondag 17 september 1944 verbleven ze in Kerkrade-West en liep de frontlijn nabij de spoordijk van het Miljoenenlijntje. Het 120ste trok pas op donderdag 5 oktober 1944 de geheel ontruimde delen Kerkrade-Centrum en Kerkrade-Oost binnen.
Nog steeds fel verzet in Valkenburg, met mitrailleurnesten van de Duitsers bij de Goudsberg. Men vorderde tot Aalbeek, Helle, vlak voor Nuth en Wijnandsrade. Rond half 12 werd Walem bevrijd. Daarna volgden Klimmen, Ransdaal, Winthagen, Kunrade en vlak na de middag ook Voerendaal. Tegen de avond waren de Amerikaanse bevrijders tot het stadscentrum van Heerlen doorgedrongen.
Om zes uur ’s morgens begon de aanval op Meerssen tot drie uur ’s middags duurde het voordat alle restanten van het fel verzet biedende Duitse Geulfront langs de Houthemerweg tussen Meerssen en Valkenburg aan diggelen waren geschoten… Het Duitse bataljon werd door de 2e tankdivisie onder de voet gelopen. Schimmert werd tegen de avond bevrijd.
De Maaskant en de Westelijke Mijnstreek (Beek, Geleen en Sittard enz.), maar ook Schinnen, Puth, Oirsbeek, Doenrade, Wintraek, Schaesberg, Terwinselen, Waubach en Rimburg enz. zouden spoedig volgen.
Tot zover de beschrijving van de bevrijding van Zuid-Limburg, nu 78 jaar geleden, veel uitvoeriger en boeiender te vinden in “D-Day in Zuid-Limburg”, een (her)uitgave van het dagblad De Limburger. De bovenstaande gegevens zijn voornamelijk aan deze publicatie ontleend.
Het legeronderdeel dat tijdens zijn opmars richting Aken en passant een groot deel van Zuid-Limburg zou bevrijden, was het 19e Amerikaanse Legerkorps (bijnaam ‘Tomahawk’) onder leiding van Charles H. Corlett. Het 19e korps vormde samen met het 5e en het 7e het Amerikaanse Eerste Leger. Twee beroemde divisies, die hun gevechtskracht al ruimschoots hadden bewezen tijdens de opmars, behoorden tot dit korps: de 30e US Infanteriedivisie (‘Old Hickory’ onder aanvoering van generaal majoor Leland Hobbs en de 2e Pantserdivisie (‘Hell on Wheels’) die onder commando stond van luitenant generaal George Patton. Naast allerlei gevechtseenheden van veldartillerie, luchtdoelartillerie, genie en tanks, vormde ook de 113e Cavaleriegroep (‘Red Horse’) een onderdeel van het 19e Legerkorps. Met name de Old Hickory’s, ondergebracht in het 117e, 119e en 120e regiment, en de mannen van de Red Horse (113e en 125e squadron) waren betrokken bij de bevrijding
Hun verliezen waren zwaar: 3.003 Amerikaanse jongens stierven in de strijd, 906 raakten er vermist en 13.376 raakten gewond, waarvan er 506 later stierven.
Ze ontvingen 6 Medals of Honor, 5 Major Battle Stars en ongeveer 20.000 Purple Hearts voor hun bijdrage aan de strijd om West-Europa. Ook voor ónze vrijheid.
Programma 3e editie “Remember September 1944”
Daarom zal het evenement op zaterdagochtend 3 september 2022 om 09.30 uur ook beginnen met een herdenking bij het bevrijdingsmonumentje op het dorpsplein aan de Kerkstraat in Nijswiller, waarna de officiële opening aansluitend zal plaatsvinden op het evenemententerrein. Voor deze laatstgenoemde twee gelegenheden worden ook de veteranen van Gulpen-Wittem uitgenodigd. Zij zullen hiervoor een uitnodiging krijgen via de gemeente.
Emoties
De organisatie realiseert zich terdege dat sommige zaken vanwege de oorlog in Oekraïne gevoelig kunnen liggen, maar men weet ook dat onze eigen geschiedenis niet vergeten mag worden. De Tweede Wereldoorlog is een onderdeel van de geschiedenis van onze omgeving en de mensen die er zijn opgegroeid. We mogen dankbaar zijn dat onze wieg hier heeft gestaan en dat we al meer dan 78 jaar in een vrij en democratisch land kunnen leven. Voor die vrijheid zijn offers gebracht en dat mag niet vergeten worden. Met o.a. dit evenement zal een gedeelte van die geschiedenis levend gehouden worden.
Een levendig allerlei
Er zal o.a. een militaria-markt zijn, muziek uit de jaren ‘40 – ’45, tentoonstellingen o.a. over het eten in die tijd en vondsten van restanten uit WOII. Tot de verbeelding zullen spreken, de zgn. ‘Static displays’ (d.w.z. uitbeelden van Geallieerde en Duitse kampementen, waarbij de deelnemers kosten noch moeite hebben gespaard om zich zo origineel als mogelijk aan het publiek te presenteren. Op zaterdag en zondagmiddag zullen er tussen 14.00 en 15.00 uur militaire demonstraties plaatsvinden van schermutselingen in Nijswiller en omgeving. Deze zijn m.b.t. de situatie in Oekraïne versoberd, maar toch nog steeds zeker de moeite waard om bij te wonen. In een naastgelegen weiland kan men een 60-tal originele WOII voertuigen bezichtigen en alle gewenste uitleg over deze stuk voor stuk juweeltjes verkrijgen door de trotse bezitters. Voor het versterken van de inwendige mens kan men terecht bij de diverse aanwezige foodtrucks en in de feesttent.
Bevrijdingsbal
Op zaterdagavond zal er een Bevrijdingsbal plaatsvinden in de tent op het voormalige voetbalveld. Hiervoor is de coverband Bougie gecontracteerd.
Samengevat: Het weekend van 3 en 4 september a.s. in Nijswiller is voor liefhebbers van militaire nostalgie, het eren van onze bevrijders, het herdenken van hen die voor onze vrijheid sneuvelden, liefhebbers van originele WOII voertuigen, geïnteresseerden in het leven van Geallieerde en Duitse kampementen tijdens WOII, het aanschaffen van WOII spullen op de militaria-markt, of het vieren van onze vrijheid tijdens het Bevrijdingsbal op zaterdagavond, absoluut waard om te bezoeken.
Noteer daarom dit weekend alvast in uw agenda.
Militaire toertocht
Voorafgaand aan dit weekend, op vrijdagavond 2 september van 19.00 tot 20.30 uur, zullen 60 originele WO-II militaire historische voertuigen in een toertocht door de gemeente Gulpen-Wittem rijden. De organisatie zou het waarderen indien de mensen dan al zouden vlaggen en langs de route staan.
Route: Nijswiller – Wahlwiller – Partij – Mechelen – Epen – Heijenrath – Slenaken – Hoogcruts – Reijmerstok – Euverem – Gulpen – Wijlre – Wittem – Eys – Nijswiller.
Parkeren
De bezoekers die overdag komen worden verzocht om zoveel mogelijk met de fiets te komen of met het openbaar vervoer. Fietsen kunnen gestald worden in fietsrekken op het evenemententerrein. Autobezitters worden d.m.v. duidelijke bebording naar de beschikbare parkeerfaciliteiten geleid.
Voor mensen die alle nieuws en updates over Remember September ’44 willen volgen: https://www.facebook.com/Remember1944
waar is dat boek te koop en wat is de prijs ?