Limburgse vlaai is nu officieel erkend als een beschermd streekproduct door Europa. Vanaf 22 januari draagt Limburgse vlaai het label van beschermde geografische aanduiding (BGA), een resultaat van langdurige lobby-inspanningen van een groep Limburgse bakkers, waaronder Marcel Roubroeks uit Susteren.
Roubroeks benadrukt dat elk type vlaai een afzonderlijk dossier vereiste, gezien er ongeveer twintig verschillende soorten zijn. De BGA is een onderdeel van een Europese verordening die bescherming biedt tegen namaak van regionale producten. Na de erkenning mogen alleen bakkers uit Nederlands en Belgisch Limburg de vlaai onder de naam ‘Limburgse vlaai’ verkopen. Daarnaast moeten de vlaaien op Limburgs grondgebied worden gebakken en moeten ze voldoen aan strikte criteria met betrekking tot het bakproces en uiterlijk.
Belangrijke specificaties omvatten dat een stukje vlaai met de hand moet kunnen worden gegeten, er mag geen slagroom worden toegevoegd na het bakken, en de vlaai mag nooit worden ingevroren. De Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit zal toezien op naleving van deze regels, waarbij overtredingen kunnen resulteren in aanzienlijke boetes volgens 1Limburg.
Roubroeks is verheugd over de Europese erkenning en benadrukt het belang ervan, aangezien eerder veel producten zich als Limburgse vlaai verkochten zonder enige connectie met het regionale streekproduct. Hij beschouwt de Limburgse vlaai als het uithangbord van de provincie.