De filmdocumentaire van cineast-interviewer Wim Kneepkens uit Maastricht, thans al 11 jaar pensionado na applicatiemanager bij Sabic te zijn geweest,  en verantwoordelijk voor script, regie en camera van ‘De schuilkelder in Eys’, is op YouTube een runner. In amper één week tijd werd het geslaagde project al door ruim 600 belangstellenden bekeken. De reacties zijn alleen maar positief en stimulerend. Kneepkens is beheerder van deze schuilkelder.

Maar liefst vier hoogbejaarde (oud-)Eysenaren met meer dan 90 levensjaren op de teller zijn als zeldzame spoorzoekers en tijdgetuigen dit jaar door een viertal interviewers bezocht. Om hun memorie-restanten voor eens en voor altijd vast te leggen voor de vele generaties die hen al zijn gevolgd. Ook zeventiger José Meijs-Odekerken deed voor de camera bij het Mariagrotje haar zegje. De oude knakkers waren Frans Pelzer (91), Frans Debie (94), Mieke Jöbses-Pelzer (95) en Thérèse Willems-van Loo (99), welke laatste nog glashelder van geest en op Heerlerbaan nog zelfstandig wonend de 100 nadert… Interviewer Ton van Wersch, voorzitter van Heemkundevereniging Eyra in Eys, is nog verbaasd hoe ongeremd en met onstuitbare flux de bouche zij hem te woord stond. Als interviewers meldden zich Ton van Wersch en Peter Pelzer (HK Eyra), Han Hos, en Wim Kneepkens (beheerder schuilkelder namens de Ir. D.C. Van Schaïk Stichting).

Belangrijkste bevinding

De belangrijkste bevinding en conclusie komt van niemand minder dan van drs. Ir. Joep Orbons, voorzitter van de Ir. D.C. Van Schaïk Stichting, die haar thuisbasis in het Natuurhistorisch  Museum Maastricht heeft. De beheerder van dergelijke kalksteengroeven in Nederlands en Belgisch Limburg. Teneinde de aanwezige geologische, historische en biologische waarden te behouden en deze groeven voor onderzoek en niet-commerciële educatieve bezoeken te ontsluiten. De vuursteenmijn in Rijckholt, ook een project van Van Schaïk, loopt nu af.

Orbons, door Kneepkens gevraagd naar de waarde van dit monument: “Deze schuilkelder is heel bijzonder. Want er zijn uit WO II maar heel weinig schuilkelders overgebleven. Er zijn in de Oostelijke Mijnstreek zo’n 10 à 15 van dit soort schuilkelders gemaakt, alleen na de oorlog zijn al die schuilkelders weer dichtgegooid. Of men heeft ze zelfs welbewust  laten instorten. Maar deze schuilkelder hier in Eys is de enige die nog open is. De enige waar je nog in kan, en waarin je nog heel mooi kan zien hoe die schuilkelders in die heel bijzondere periode van 1943 – 1944 werden gegraven. En dat maakt deze schuilkelder wel tot een monumentwaardig stuk wat absoluut waard is om behouden en gerestaureerd te worden. Daarom willen wij daar ook tijd en energie in steken.”

Start bouw schuilkelder

Op 25 mei 1944 werd vanwege de toenemende bombardementsvluchten en luchtgevechten boven Eys begonnen met het realiseren van de schuilkelder in de Grachtstraat. Toen de Duitsers begonnen met het maken van loopgraven in Eys, beseften de inwoners dat er wel eens felle gevechten zouden komen in het dorp. Aken werd gebombardeerd.

Mr. Willem Frederik Frowein, directeur van de Staatsmijnen in Limburg, leverde aan de mijnwerkers voor het hakken en kappen van de gangen benodigde materialen zoals compressoren, afbouwhamers, hakken, schoppen en stutten. Er kwamen twee in- cq uitgangen: één Noordelijke en één Zuidelijke, 42 meter lager aan dezelfde Grachtstraat. Toen men 15 m diep in de kalkstenen wand de Lanaye was gevorderd, werd evenwijdig aan de Grachtstraat de 40 m lange eigenlijke schuilkelder gekapt. Nadat die 40 m overbrugd waren, sloeg men links af en werd de 2e ingang gerealiseerd. De schuilkelder kreeg zo een U-vorm. Die de beste veiligheid bood. De beide toegangen, waarvoor mijnmeter Piet Rameckers, zoon van een dorpsonderwijzer, precisiewerk had geleverd, liepen voorbij de eigenlijke schuilgang nog enkele meters door. Bedoeld als bufferruimte om bij eventuele explosies van buitenaf de luchtdruk op te kunnen vangen. Het U-gedeelte is de echte schuilkelder! Die lange gang is gemaakt om de mensen heel snel van de ene naar de andere kant in de schuilkelder te laten komen. De eerste 40 – 50 m vanaf het Mariagrotje is heel erg slecht en te gevaarlijk om te betreden.

Zitbanken en stapelbedden

Op 5 september 1944 om 10.00 uur ’s morgens vond de plechtige inzegening plaats. Als aankleding zorgden dorpsbewoners voor zitbanken en primitieve stapelbedden. Er werd op stro geslapen. Het was er koud en vochtig en in een nis in de wand werd een ton, afgeschermd door een hangend gordijn, als primitief toilet geplaatst… Het gebruik van een luizenkam op de lagere school bleek nauwelijks te werken. Veldwachter Hubert van Loo deed ’s avonds op zijn fiets zijn inspectieronde om te zien of de verplichte verduistering was aangebracht. De totale lengte van de gangen, inclusief de schuilkelder, bedroeg ongeveer 190 m.

Artefacten

Na WO II lag in de gangen nog veel rommel uit oorlogstijd, zoals een zinken teil, een badkuip, fittingen maar ook artefacten zoals een broche, munten en duivenringetjes.

Het Mariagrotje werd eind 1958 door de Katholieke Arbeiders Jeugd (KAJ) gemaakt o.l.v. de toenmalige pastoor Keijbets. Gebouwd rond een uit kalksteen gehouwen nood-ingang van de schuilkelder. De materialen kwamen uit de sloop van de oude kapel uit de Boerenberg. Deze noodingang is inmiddels bouwvallig en gevaarlijk om te betreden, daarom niet meer toegankelijk. Alleen bijzondere gasten kunnen nog gebruikmaken van deze ingang.

Na de oorlog is de schuilkelder nog gebruikt voor agrarische opslag, totdat beide ingangen dichtgegooid werden. Een gedeelte van de Noordelijke ingang wordt tot nu toe gebruikt als garage, maar deze heeft geen doorgang naar de schuilkelder.

Restauratie gangenstelsel schuilkelder

Drs. Ir. Joep Orbons, de voorzitter van de Stichting Ir. D.C. van Schaïk, welke de schuilkelder in beheer heeft, zegt dat zijn Stichting voornemens is de schuilkelder in Eys weer open te krijgen.

Hij: “Wij hebben nog geen concrete stappen gezet. We zijn alles goed en voorzichtig aan het voorbereiden, want het is toch een stevige onderneming. Er moet nog heel wat gebeuren voordat we echt met de schuilkelder aan de gang kunnen. We gaan volgend jaar de zaak voorbereiden, een goed plan maken, kijken wat we aan vergunningen en financiering nodig hebben. Het is een ondergrondse ruimte, die onder de mijnbouw-wet valt. Verder overwinteren er ook vleermuizen in de groeve. De werkzaamheden mogen niet in het vleermuis-seizoen vallen. Daarvoor geldt de natuurbeschermingswet. En werken kan alleen maar vanaf de openbare weg. Dat moet straks heel goed geregeld worden met de gemeente en met de omwonenden. Kijk, het gaat vooral om de schuilkelder, en van daaruit kunnen we een stuk van de lange gang richting kerk wel bekijken, die is nogal veilig.”

Geen toeristische exploitatie

Orbons: “We gaan er geen toeristische exploitatie van maken. Dat doen we absoluut niet. Doel van de Van Schaïk Stichting is ondergrondse ruimtes, door de mensen gemaakt, te behouden en ter beschikking te stellen voor educatie en onderzoek. Dus we zullen zeker deze schuilkelder eens een keertje open maken voor mensen uit Eys en zij die geïnteresseerd zijn op een speciaal moment. En als mensen echt onderzoek willen gaan doen, via een universiteit of onderzoeksbureaus, dan kan dat zeker. Dit is één van de weinige schuilkelders in Zuid-Limburg die nog geopend kan worden. Dat is het unieke hiervan! Maar dat zal maar zeer incidenteel zijn. Het wordt geen continue openstelling.”

Zie YouTube onder ‘Schuilkelder Eys’. Kneepkens heeft bij de bloembak  van het Mariagrotje voor de Boerenberg in Eys een informatiebordje geplaatst met een QR-code. Deze verwijst naar de site van de Vanschaikstichting en ook naar een link met de documentaire over deze schuilkelder.

- Advertentie -
Vorig artikelWandeling door Joods Gulpen
Volgend artikel161 Liedjes nemen deel aan LVK 2023

LAAT EEN REACTIE ACHTER

Vul alstublieft uw commentaar in!
Vul hier uw naam in