In het parochieblad ‘Van Deur Tot Deur’ van de St. Agathaparochie Eys, onderdeel van het parochiecluster Morgenster met Wahl- en Nijswiller, heeft hun gezamenlijke parochieherder, pastoor Ton Reijnen, in de februari-editie een belangrijk artikel doen verschijnen onder de kop ‘Gemeentelijke Kerkvisie’. Aan het begin van het stuk verwijst Reijnen naar enkele jaren geleden, toen de Nederlandse regering en de Tweede Kamer hun zorgen hebben geuit ten aanzien van de kerkgebouwen , eigendom van katholieke parochies en protestantse gemeenten, nu 80% van Nederland niet of nauwelijks meer naar de kerk gaat. Het betreft vaak monumentale kerkgebouwen die niet verloren mogen gaan. Maar feit is dat veel gebouwen al aan de eredienst zijn onttrokken, “ook in ons zo lange tijd katholieke Limburg”. Deze gebouwen zijn afgebroken of hebben inmiddels een andere bestemming. Voor het ontwikkelen van een algemene kerkvisie zijn nu de (burgerlijke) gemeenten, zoals bij ons Gulpen-Wittem, aan zet.
Kritische kanttekenning
Pastoor Reijnen plaatst een kritische kanttekening bij de notitie over de toekomst van de kerken, die het gemeentebestuur van Gulpen-Wittem aan de ‘kernoverleggen’ heeft toegestuurd en niet aan de eigenaren van de gebouwen, de diverse kerkbesturen… Hij noemt deze adressering van gemeentewege eufemistisch ‘merkwaardig’, om te vervolgen met: “Je zou toch op zijn minst mogen verwachten, dat de kerkbesturen als eigenaren en dus eerste belanghebbenden, benaderd zouden zijn.
Via het meedoen van parochianen aan diverse ‘kerkoverleggen’ hebben zij enig inzicht gekregen in de notitie, maar we wachten als kerkbesturen nog op een officiële benadering. Dat neemt niet weg, dat we ons als kerkbesturen ook wel zorgen maken over de toekomst van onze kerkgebouwen.” Om te vervolgen met: “In de priesterraad van het bisdom heb ik al ervaren hoeveel parochiekerken aan de eredienst onttrokken zijn, omdat de exploitatie niet meer mogelijk was t.g.v. het geringe kerkbezoek en de afname van de financiële mogelijkheden.
In de parochies van cluster Morgenster hebben wij nog niet te klagen.” Hij wijst daarbij op hemzelf en pastor Franssen, een tweetal ‘goedkope pastores die door hun pensioen voor hun levensonderhoud niet afhankelijk zijn van wat zij als vergoeding van de parochies ontvangen’. Bovendien is het zo dat de (kerk)bijdragen van de parochianen nog van dien aard zijn “dat de normale betalingen gedaan kunnen worden.”
Mogelijke problemen
Toch liggen er ook voor de toekomst problemen op de loer: “We moeten er echter voor zorgen, dat we bij grote uitgaven waarvoor via Monumentenzorg van het Rijk maximaal 70% subsidie ontvangen wordt, zelf 30% kunnen betalen. Denk aan restauratiekosten binnen in de kerk en aan de buitenkant (dakvernieuwing en ramenrestauratie).
Bij de vraag naar de toekomst van de kerkgebouwen zal veel afhangen van de parochianen ter plaatse. In hoeverre blijft in hen het christelijk geloven overeind zodanig, dat ze ook de behoefte houden in hun kerkgebouwen samen te komen om dat geloof samen te vieren?
En een volgende vraag: Zijn de parochianen bereid om hun kerkgebouwen door hun financiële bijdragen in stand te houden? Zo niet, dan dreigt onttrekking aan de eredienst en verkoop; of een bestemming voor meerdere doeleinden, eventueel een andere eigenaar met mogelijk een gedeeltelijke huur door de parochie.”
Waarbij pastoor Reijnen ongetwijfeld als constructie, zonder te concretiseren, doelt op de formule die bij Klooster Wittem in de nieuwe opzet is gekozen.
Corona sta-in-de-weg
Pastoor Reijnen besluit zijn schrijven aan de St. Agathaparochie Eys met de woorden: “Het is jammer dat we in Coronatijd leven. Graag hadden we al in het afgelopen najaar met de parochianen avonden belegd om over dit soort problemen te praten.”